De Europese Commissie heeft bepaald dat middelen op basis van de stof fosfonaat die bestemd zijn voor het gebruik in de land- en tuinbouw alleen op de markt mogen worden gebracht en mogen worden gebruikt als ze zijn toegelaten als gewasbeschermingsmiddel. In Nederland is het College voor de toelating van gewasbeschermingsmiddelen en biociden (Ctgb) verantwoordelijk voor de toelating van gewasbeschermingsmiddelen.
In Nederland worden middelen op basis van de werkzame stof fosfonaat veelvuldig als (blad)meststof verkocht. Fosfonaat wordt onder verschillende benamingen op de markt gebracht: (di)kaliumfosfonaat, dinatriumfosfonaat, (kalium)fosfiet et cetera. Fosfonaat (HPO32-) moet niet verward worden met fosfaat (PO43-). Fosfonaat kan in tegenstelling tot fosfaat door de plant namelijk niet als voedingsbron gebruikt worden. Fosfonaat heeft een goede werking tegen een aantal plantenschimmels uit de groep van de Oömyceten, met name tegen Phytophthora spp., Plasmopara en Alternaria spp.
Vanwege het ontbreken van een voedende waarde van fosfonaat heeft de Europese Commissie het standpunt afgegeven dat fosfonaat niet als meststof beschouwd kan worden. Een aanvraag om fosfonaat in de Europese meststoffenverordening EG 2003/2003 op te nemen is dan ook afgewezen. Meststoffen die fosfonaat bevatten, zijn derhalve niet conform de meststoffenverordening en mogen daarom niet meer verhandeld of gebruikt worden. Het gebruik van deze meststoffen met fosfonaat kan bovendien leiden tot hoge residuen op het geoogst product die de maximale residulimieten overschrijden.
Gezien de werkzaamheid van fosfonaat tegen plantenschimmels heeft de Europese Commissie het standpunt afgegeven dat fosfonaat onder de werkingssfeer van de gewasbeschermingsverordening EG 1107/2009 valt. In het kader van deze verordening zijn in 2013 (di)kaliumfosfonaat en dinatriumfosfonaat goedgekeurd als werkzame stoffen. Dit heeft geleid tot de toelating van een aantal gewasbeschermingsmiddelen op basis van de werkzame stof fosfonaat in Nederland.
Samenvattend betekent dit dat een gewasbeschermingsmiddel dat fosfonaat bevat, alleen op de markt gebracht én gebruikt mag worden als het middel als zodanig is toegelaten. In Nederland is het College voor de toelating van gewasbeschermingsmiddelen en biociden (Ctgb) verantwoordelijk voor de toelating van gewasbeschermingsmiddelen. Voor gewasbeschermingsmiddelen die fosfonaat bevatten en niet als zodanig zijn toegelaten geldt een respijttermijn voor afleveren tot 1-7-2019 en een respijttermijn voor gebruik tot 1-1-2020.
Bron: NVWA.nl, 05-02-2019