De wetgeving aangaande spuittechniek is zoals u weet gewijzigd. Eind 2018 is de wetgeving veranderd, vanwege grote wijzigingen is 2019 als overgangsjaar aangewezen met een gedoogbeleid. Vanaf 1 januari 2020 word gestart met handhaving van het beleid.
Wetgeving
Voor de toepassing van gewasbeschermingsmiddelen in de open teelt geldt dat dit met minimaal 75% driftreductie toegepast dient te worden, en is er een verplichting voor het hebben van een drukregistratievoorziening. Deze moet ten minste van het laatste uur van een bespuiting elke 10 seconden de spuitdruk meten en registeren. Spuitdoppen die tot 2 bar driftarm zijn, worden niet meer op de lijst ‘driftreducerende doppen’ vermeld en kunnen niet meer gebruikt worden. Onder bepaalde voorwaarden is geen drukregistratievoorziening vereist, dit zijn de volgende:
• Bij gebruik van doppen die driftarm zijn vanaf 3 bar
• Bij een verdubbeling van de teeltvrije zone
• Veldspuit met Sleepdoek / Wingssprayer / Wave
• Veldspuit met luchtondersteuning
• Veldspuit met MagGrow magnetisch systeem
• Veldspuit met verlaagde spuitboomhoogte (maximaal 30 cm) en dopafstand van 25 cm
• Rijenspuit of overkapte beddenspuit
Teeltvrije zones
In de nabijheid van oppervlaktewater dient een teeltvrije zone aangehouden te worden. Dit is de zone van de insteek van de sloot tot het hart van de eerste rij. De zone wordt breder afhankelijk van de geteelde gewassen. Bij teelt langs sloten of greppels die onder normale omstandigheden droogstaan van 1 april tot 1 oktober (niet-watervoerende sloot) is geen teeltvrije zone nodig. Hieronder staan de overige regels omtrent de teeltvrije zone beschreven:
• Geen teeltvrije zone nodig bij biologische teelt
• Bij de teelt van intensief bespoten gewassen (aardappelen, uien, bloembollen en bloemknollen, aardbeien, asperges, prei, schorseneren, sla, wortelen, vaste planten en bij het neerwaarts bespuiten van boomkwekerij gewassen) geldt een teeltvrije zone van 150 cm
• Wanneer bij intensief bespoten gewassen (zoals hierboven genoemd) standaard een driftreductie techniek/dop van minimaal 90% wordt gebruikt in plaats van 75%, mag de teeltvrije zone versmald worden van 150 cm naar 100 cm
• Voor grasland geldt geen teeltvrije zone, maar een spuitvrije zone van 50 cm
• 50 cm voor granen, graszaad en overige teelten
Wordt gekozen voor een dubbele teeltvrije zone om geen drukregistratievoorziening nodig te hebben? Dan moet er bij niet-watervoerende sloten éénmaal de teeltvrije zone aangehouden worden (50-150 cm).
Etiketten middelen
Naast het activiteitenbesluit zijn de etiketten van de te gebruiken middelen mede bepalend voor de te kiezen teeltvrije zone en driftreducerende maatregel. De combinatie van activiteitenbesluit en het etiket van het middel bepalen dus uiteindelijk de teeltvrije zone en driftreducerende klasse. Neem als voorbeeld de teelt van uien: wanneer je standaard met 90% driftreductie spuit in plaats van 75%, mag je de teeltvrije zone versmallen naar 100 cm in plaats van 150 cm. Wil
je echter Stomp toepassen in de uien, omschrijft het etiket dat je het middel met 90% driftreductie moet toe passen en een teeltvrije zone van 150 cm moet aanhouden. Conclusie:
wil je Stomp toepassen in uien, zal je alsnog een teeltvrije zone aan moeten houden van 150 cm, ook al spuit je standaard met 90% driftreductie.
Zie hieronder voorbeelden van middelen waarbij meer dan 75% driftreductie geëist wordt. Kijk per middel op het etiket welke driftreductie geëist wordt, en of dit alleen geldt als het perceel grenst aan oppervlaktewater of dat het standaard geëist wordt.
Praktische handvaten per techniek
Hieronder een aantal praktische handvaten hoe omgegaan kan worden met de verschillende technieken. CropSolutions heeft zelf ook onderzoek gedaan naar de bedekking met verschillende doppen.
• Conventionele spuittechniek: advies doppen en toegestane druk waarbij drukregistratie
niet verplicht is.
• HTA / Airtec/ enz.
– Dubbele teeltvrije zone zonder drukregistratie
– Standaard teeltvrije zone met drukregistratie (ook registratie luchtdruk)
• Sleepdoek/ Wingssprayer/ Wave
– Standaard teeltvrije zone met DRD 50% (bijvoorbeeld Albuz ADI 110-02 bij 2 bar 99% /
Agrotop Airmix 110-02 bij 4.5 bar 99%)
• Veldspuit met luchtondersteuning
– Standaard teeltvrije zone met DRD 75 of 90% (zie doppen conventioneel)
• Veldspuit met Hardi Twinforce
– Standaard teeltvrije zone met DRD 50% of 75% (bijvoorbeeld Agrotop Airmix 110-025 /
Agrotop Airmix 110-03)
• Veldspuit met MagGrow
– Standaard teeltvrije zone met DRD 50-95% (bijvoorbeeld Agrotop Airmix 110-03 / Agrotop
Turbodrop TDXL 110-05)
Wat is er op dit moment nog niet duidelijk?
• Wordt injectie van Squall middels een injectiesysteem herkend als driftreducerende techniek?
• Welke doppen in welke klassen worden goedgekeurd met een spuithoek van 80-90 graden? Dit is van belang voor de driftreducerende techniek ‘verlaagde spuitboom’ gezien het beperkt aantal toegestane doppen op dit moment voor deze techniek (dit zal naar verwachting bekend worden maart 2020)
• Worden HTA/ Airtec / enz. goedgekeurd bij een hogere luchtdruk? (dit zal naar verwachting bekend worden maart 2020)
DRD en DRT lijst
Op helpdeskwater.nl zijn de DRD- (driftreductiedoppen) en DRT- (driftreductietechnieken) lijsten te vinden. Met welke techniek, onder welke voorwaarden, welke driftreductieklasse gehaald kan worden, is ook te zien in de tabel in de bijlage van dit akkerbouwbericht. Hierin is ook te zien wanneer een druklogger wel of niet verplicht is.
Driftarme techniek gekocht maar niet op tijd leverbaar?
Ondernemers die kunnen aantonen dat zij een driftarme spuittechniek gekocht hebben die in 2020 geleverd en ingezet wordt, hoeven in 2020 geen aanvullende maatregelen te nemen. Wel moet de nu al geldende driftreductie en minimale teeltvrije zones aangehouden worden.
Kantdop
De buitenste in gebruik zijnde dop langs oppervlaktewater dient een kantdop te zijn. De keuze voor het merk en type kantdop is vrij, maar het advies is om hetzelfde merk als de driftreducerende doppen te gebruiken. Belangrijk is dat de kantdop in ieder geval dezelfde of grovere druppelgrootte heeft als de gebruikte spuitdop.
Onze tip: Als je nieuwe doppen aanschaft, bestel er dan altijd een aantal extra die bedoeld zijn om in te trekker te leggen als reserve. Mocht er tijdens het spuiten een dop verstopt zitten, kun je deze snel wisselen en hoef je minimaal in contact te komen met de middelen. Gebruik gewasbeschermingsmiddelen veilig. Lees voor het gebruik éérst het etiket en de productinformatie.