De aardappelen zijn dit seizoen erg kiemlustig gezien de vele meldingen van doorwas – in meer of mindere mate – uit alle windstreken. Dit groeiseizoen is dan ook volop MH toegepast. Ook in de bewaring zullen we hier alert op moeten blijven.
Met een goede kiemremming kunnen aardappelen langer worden bewaard, waarmee het afzetseizoen kan worden verlengd. Er kunnen een aantal bewaarstrategieën worden onderscheiden:
1 – CIPC behandeling bij inschuren (lange bewaring)
Hierbij wordt gestart met een inschuurbehandeling met de hoogste dosering. Dit is vaak voldoende voor het hele bewaarseizoen. Echter voor kiemlustige aardappelen, zoals dit jaar het geval is, kunnen nog aanvullende ruimtebehandelingen noodzakelijk zijn.
Advies:
– Toepassing bij inschuren met poedervormige middelen: Gro Stop Poeder of Tuberprop 1% 1-1,5 kg/ton. Aanvullend gassen tijdens de bewaring bij het loskomen van de kiemen.
– Toepassing bij inschuren met vloeibare middelen: Gro Stop Basis 25-60 ml/ton (mengen met water), Gro Stop Ready of Tuberprop Easy 75-150 ml/ton (kant- en klaar producten).
2 – CIPC behandeling bij inschuren + ruimtebehandeling (flexibele bewaring)
Als bij het inschuren de bewaarduur nog niet bekend is, kan worden gestart met een inschuurbehandeling met verlaagde dosering. Deze kan dan later worden aangevuld met een ruimtebehandeling. Een belangrijk voordeel van deze strategie is dat de veiligheidstermijn veel korter. Bovendien kunnen kosten bespaard worden indien eerder wordt afgeleverd.
3 – CIPC ruimtebehandeling (beperken risico op schilbrand)
Aardappelen met een verhoogd risico op schilbrand, veroorzaakt door CIPC, vragen extra aandacht. Schilbrand is een huidaandoening die veroorzaakt wordt door het inbranden van chloorprofam (CIPC) op de huid. Dit lijkt op schurft. Het is veiliger om deze aardappelen pas na afharden van de schil te behandelen met CIPC door middel van een ruimtebehandeling. Controleer daarom voordat u gaat behandelen eerst de schilbrandgevoeligheid van het aardappelras.
Advies:
– Ruimtebehandeling na inschuren: Tuberprop HN 12,5 tot 25 ml per ton per keer;
– Ruimtebehandeling na inschuren met toepassing van MH tijdens de teelt. Meestal hoeft er dan niet voor half december gestart te worden, vaak zelfs pas in januari. Dit hangt mede af van het succes van de MH toepassing tijdens het groeiseizoen. Controleer daarom regelmatig het product op het ontstaan van witte puntjes.
4 – Residuvrij bewaren (CIPC-vrij)
Er is toenemende vraag naar residuvrije aardappelen d.w.z. vrij van CIPC (chloorprofam). Daarnaast wordt CIPC ook in andere consumptieproducten aangetroffen als gevolg van contaminatie. CIPC heeft namelijk als nadeel dat het diep doordringt in ruwe poreuze oppervlakten. Vervolgens komen andere producten die in deze bewaring worden opgeslagen ongewild met CIPC in contact. Reinigen en ontdoen van CIPC in ruimte waar deze is toegepast is vrijwel onmogelijk.
Een voordeel van kiemremming zonder CIPC is dat het geen schilbrand veroorzaakt, ook niet bij hiervoor gevoelige rassen.
Advies:
-Volledig 1,4-Sight of verlaagde dosering 1,4-Sight in combinatie met MH. Tijdens het bewaarseizoen mag 1,4-Sight maximaal 6 keer worden toegepast met in totaal maximaal 120 ml/ton.
(Biox-M, op basis van muntolie, kan ook worden toegepast, maar past vooralsnog beter bij de biologische markt.)