Onkruidbestrijding
Op een groot deel van het aardappelareaal is de afgelopen weken een na-opkomst correctiebespuiting tegen onkruid uitgevoerd. De bodemherbiciden hebben hier – waarschijnlijk als gevolg van de aanhoudende droogte – onvoldoende gewerkt waardoor er sprake van is van nakiemers (onder andere melden en zwarte nachtschade). Opvallend is dat percelen waar Grounded aan de bodemherbiciden is toegevoegd schoner lijken en minder tegen nakiemers zijn behandeld. Na de regen van afgelopen week groeien de late aardappelen eindelijk goed door waardoor het steeds lastiger wordt om nog overgebleven onkruid te raken. Bedenk u dan ook niet mocht een correctiebespuiting nodig zijn. Voeg voldoende uitvloeier toe, combineer middelen voor de beste werking en pas de dosering aan, aan de grootte van het onkruid. Overleg met uw Agrea adviseur voor een passend advies.
Ziektebestrijding
De ervaring leert dat een aardappelgewas na een stevige correctiebespuiting tegen onkruid vaak gevoeliger is voor Phytophthora. Hou hier dan ook rekening mee en voeg eventueel een preventief Phytophthora-middel toe aan de onkruidbestrijding. Daarnaast zijn de huidige weersomstandigheden gunstig voor de ontwikkeling van Phytophthora. In beregende percelen dient men altijd alert te zijn op Phytopthora en bij voorkeur vlak na beregenen te spuiten. Hanteer een strak schema van maximaal 5 dagen voor de gangbare middelen tot 7-8 dagen voor een schema op basis van oxathiapiproline (onder andere Zorvec Endavia).
Gebruik niet vaker dan 2 x gedurende het groeiseizoen producten op basis van mandipropamid (onder andere Carial Star, Revus) en voeg altijd een mengpartner toe met voldoende werking tegen Phytophthora zoals Curzate Partner, Kunshi of Vendetta. Dit in verband met de mogelijke aanwezigheid van de nieuwe stam EU-43 die resistent is tegen mandipropamid.
Mocht er onverhoopt toch Phytophthora in het gewas aanwezig zijn, kies dan altijd voor een stopbespuiting met Infinito plus Curzate Partner of eventueel Ranman Top plus Proxanil.
Zeer vroege rassen zoals Premiere zijn inmiddels uitgebloeid en daarmee vatbaarder voor Alternaria. Start tijdig met de bestrijding van Alternaria – afhankelijk van het ras al halverwege de bloei – en begin sterk met Belanty of Propulse. Zowel Belanty als Propulse bevatten een triazool. Herhaal de bespuiting tegen Alternaria na 10 tot uiterlijk 14 dagen en wissel een blok van Belanty en Propulse af met Vendetta om resistentie te voorkomen. Belanty, Propulse en Vendetta mogen elk 3 x per seizoen worden toegepast. Belanty in aardappelen is niet toegelaten in grondwaterbeschermingsgebied.
Coloradokever
Na een eerste succesvolle bestrijding van de coloradokever(larven) met onder andere Gazelle een aantal weken geleden, worden er opnieuw volop nieuwe larven gevonden. Kies voor Coragen indien er geen luizen aanwezig zijn en alleen maar coloradokever(larven) moeten worden bestreden. Coragen is namelijk nog veiliger voor nuttige insecten dan Gazelle. Mochten er daarnaast toch nog luizen aanwezig zijn herhaal dan de eerste bespuiting met Gazelle.
Overbemesting met BlueN
Voor de late rassen is het nu het moment om BlueN toe te passen. BlueN bevat de bacterie Methylobacterium symbioticum die in staat is om stikstof (N2) uit de lucht te binden. Een gewasbespuiting met BlueN levert meestal minimaal 30 kg N voor het gewas op. Dit is gebaseerd op diverse jaren onderzoek in meerdere gewassen. De hoeveelheid stikstof die BlueN kan leveren aan het gewas hangt behalve van de teeltduur ook af van de overige stikstofbemesting. Door BlueN toe te passen kan per ha minimaal 100 kg KAS worden bespaard. Bovendien telt de door BlueN gebonden stikstof niet mee voor de wettelijke gebruiksnorm. De door BlueN gebonden stikstof is direct beschikbaar in de plant en daarmee ook werkzaam onder droge omstandigheden.
BlueN kan worden gemengd met onder andere Revus en Zorvec. Informeer bij uw Agrea adviseur naar de mogelijkheden en gebruik van BlueN.