Bladaaltjes veroorzaken schade in vaste planten zoals in de Pioenroos, Astilbe, Anemone, Phlox, Hosta en Aconitum. Ook in sommige boomkwekerijgewassen zoals Buddleja, Weigela, en Hydrangea kan schade voorkomen. Schade door bladaaltjes (Aphelenchoides-soorten) is te herkennen aan bladmisvorming, bruine bladvlekken, die sterk begrensd worden door de nerven en verdroging van groeipunten of bloemknopverdroging.
Daarnaast kunnen planten die zijn aangetast door bladaaltjes het ene jaar aanzienlijk minder bloemen geven ten opzichte van het andere jaar. Ook kunnen bladaaltjes afwijkingen veroorzaken aan stengels, bollen en knollen.
Bladaaltjes overwinteren in plantenresten zoals bollen, slapende knoppen, droge afgevallen bladeren en wortelstokken. Met opspattende gronddeeltjes kunnen bladaaltjes vanuit de grond en naburige planten op de bladeren terecht komen. Ook kunnen ze op bladeren terecht komen door langs een vochtige steel omhoog te kruipen, met een groeiknop mee omhoog te groeien of via opspattend water. Ze dringen het blad binnen door de huidmondjes of via wondplekken. Uitbreiding van een aantasting gebeurt vooral onder vochtige omstandigheden. Wanneer bladeren vochtig zijn en met waterdruppels zijn bezet komen de aaltjes uit de huidmondjes te voorschijn en verplaatsen ze zich via de waterfilm naar andere plantendelen. Wanneer planten elkaar raken kunnen op deze manier bladeren van naburige planten besmet raken.
Maatregelen:
- Zoek bij nieuwe aanplant naar percelen met een veilige teelthistorie;
- Wees er zeker van dat het uitgangsmateriaal aaltjesvrij is;
- Check daarom de te planten partij vooraf op aaltjes met behulp van een betrouwbare aaltjesanalyse;
- Kook aaltjes besmette partijen bij de geadviseerde temperatuur van 43,5 °C;
- Laat na het koken opnieuw een betrouwbare aaltjesanalyse uitvoeren;
- Controleer vanaf opkomst het gewas op zichtbare bladaal symptomen;
- Controleer plantmateriaal met zichtbare bladaal symptomen voor de zekerheid op aaltjes;
- Stuur bij twijfel een gewasmonster op voor een aaltjesanalyse;
- Ruim een enkele besmette plant zo gauw mogelijk op;
- Voorkom onkruidgroei in en rond het perceel;
- Begin op tijd met het verwijderen van slechte (dus verdachte) bloemknoppen;
- Voer het veldwerk zoveel mogelijk uit onder droge gewasomstandigheden;
- Werk altijd in volgorde van locaties met een laag naar locaties met een hoog aaltjesrisico;
- Ontsmet materiaal, laarzen en regenkleding met ontsmettingsmiddel bij wisseling van locatie;
- Maai het gewas op tijd en voer het loof daarbij meteen af;
- Blijf niet doortelen met zwaar besmette planten, maar ruim het perceel op tijd;
- Verkort de meerjarige veldperiode.
Chemische bestrijding is mogelijk. Voor of tijdens het planten is Vydate tegen aaltjes toegestaan, het granulaat heeft onder alle weersomstandigheden op alle grondsoorten een bedrijfszekere werking.
Informatie over chemische gewasbeschermingsmiddelen, vraag het aan onze adviseurs.
Bart van den Braak, Adviseur Vaste Planten en Boomkwekerij 06 41 85 27 31