Inmiddels is het standaardpraktijk om de onkruidbestrijding in wintergerst in het najaar uit te voeren. Dit gebeurt de laatste jaren bovendien ook steeds vaker in wintertarwe. Hiervoor zijn een aantal goede redenen:
Wintergerst
In wintergerst kan resistent (Engels) raaigras en straatgras alleen worden bestreden in het najaar. Deze bespuiting met bodemherbiciden kan – indien nodig – worden gecombineerd met een luisbestrijding ter voorkoming van het dwergvergelingsvirus (BYDV). Hierdoor kunnen twee belangrijke bestrijdingen worden gecombineerd. Bovendien zien we steeds vaker in het vroege voorjaar ernstig mangaangebrek in wintergerst, zelfs in die mate dat deze afsterft. Percelen waar mangaan in het najaar is gespoten vertonen aanmerkelijk minder plantuitval en zijn zichtbaar vitaler.
Daarnaast zijn de (contact)middelen die worden toegepast in het voorjaar vaak moeilijk mengbaar en bovendien gevoelig voor lage luchtvochtigheid (RV). Hierdoor kan de werking van de voorjaarsbespuiting, met name tegen windhalm en duist, tegenvallen. Deze middelen werken bovendien niet tegen resistent raaigras en straatgras.
Het advies is dan ook om wintergerst in het najaar te spuiten vanaf het 1-2 bladstadium met Herold of Arnold, eventueel in combinatie met Sharpen 33EC of AZ500*. Hieraan kan Tapir worden toegevoegd voor contactwerking en een pyrethroïde (onder andere Karate Zeon) tegen luizen. Vergeet hierbij niet Foliplus Mangaancarbonaat toe te voegen, aangezien gerst zeer gevoelig is voor mangaangebrek.
Wintertarwe
Naast windhalm is resistent (Engels) raaigras in wintertarwe een steeds groter wordend probleem. Zowel de pluimen van overgebleven windhalm als de aren van resistent raaigras steken de laatste jaren steeds vaker boven het maaiveld uit. Een tijdige najaarstoepassing met bodemherbiciden is hierbij essentieel voor een goede bestrijding. Voor wat betreft de bestrijding van windhalm lijkt dit (vooralsnog) afdoende. Echter om resistent raaigras zo goed mogelijk te bestrijden is een pakket van teeltmaatregelen noodzakelijk waaronder ploegen. Daarnaast dient het bouwplan te worden aangepast aangezien alleen in wintergranen resistent raaigras redelijk is te bestrijden. Neem contact op met uw Agrea adviseur voor een advies op maat.
Kies voor een combinatie op basis van Herold of Arnold met Sharpen 33EC of AZ500* en voeg Tapir toe bij aanwezig onkruid. Herold mag in tarwe ook voor opkomst worden gespoten, maar zeker op de lichtere grond – inclusief löss – is het advies om te wachten tot de tarwe net boven staat. Dit om uitdunning te voorkomen. Indien de tarwe wat groter is op moment van spuiten kan een pyrethroïde (onder andere Karate Zeon) worden toegevoegd tegen luizen. Zeker op zandgrond is het raadzaam om Foliplus Mangaancarbonaat toe te voegen tegen mangaangebrek.
Door een najaarstoepassing kunnen bovendien in het voorjaar wortelonkruiden veel beter worden bestreden.
*Let op: AZ500 heeft een lange werkingsduur. Hierdoor is een kerende grondbewerking nodig voordat kruisbloemige groenbemesters (onder andere bladrammenas en gele mosterd) veilig kunnen worden gezaaid.